100 stuivers 1794 ZUIDELIJKE NEDERLANDEN (SOUTHERN NETHERLANDS) - STAD MAASTRICHT - BELEG DOOR HET FRANSE REVOLUTIONAIRE LEGER
In het najaar van 1794 werd de Luiks-Staatse vestingstad Maastricht belegerd door de Franse revolutionare troepen o.l.v. generaal Kléber. De stad werd verdedigd door een staats Garnizoen en een Oostenrijks garnizoen en stond o.l.v. generaal Ernst Wilhelm von Klebeck. Sinds 1784 was Friedrich von Hessen-Kassel gouverneur van de vestingstad Maastricht. De samenwerking tussen de Staatsen en de Oostenrijkers was slecht en de stad viel op 4 november 1794. het jaar daarop werd de stad ingelijfd bij de Eerste Franse Republiek. Deze nooddaalder werd geslagen in opdracht van het stadsbestuur van Maastricht tijdens het Frans beleg van 1794. Met jaartal, de vijfpuntige stadsster, de waarde aanduiding en de initialen van Lambertus Eymael, beëdigd essayeur van het zilversmedengilde.
Delmonte 756 | Mailliet 76,17 | vervolg van Loon 820
CNM.2.33.10 | Davenport 1856 R... in 1794, tijdens het beleg van Maastricht door de Franse revolutionaire legers, een tekort aan geld ontstond?
_____
Het stadsbestuur besloot daarop zilveren munten te doen slaan, zogenaamde ‘noodmunten’. Het zilver dat daarvoor benodigd was diende geleverd te worden door de burgers van Maastricht en door de vele religieuze instellingen die Maastricht rijk was. Voor het geleverde zilver verstrekte de stad obligaties tegen vier procent rente tot de dag waarop deze obligaties weer zouden worden ingetrokken en uitbetaald. Onder het stadhuis werd het ingezamelde zilver vlijtig gemunt door de goud- en zilversmeden.
_____
Ook in Wyck werd zilver ingezameld, zo blijkt uit een archiefstuk, gedateerd 13 oktober 1794. Op die dag verklaart Frederik, landgraaf van Hessen-Kassel (1747-1823), in zijn hoedanigheid van gouverneur van de vesting Maastricht, dat hij van “den Eerw Heer Del Ruelle pastoor der Parochiale kerke van St Marten te Wijk alhier” heeft ontvangen “vijf honderd twaalf oncen groote keur aan silverwerk, gewardeert a vijf guldens de once”. De totale waarde van het door de pastoor van Wyck ingeleverde zilver bedroeg dus 2.560 gulden “Maestr. cours”. Het zilver zou moeten dienen “soo voor extra uijtgaeve, als tot betaalinge der keijserlijke trouppens hier in garnisoen”. De waarde van het zilver zou “van s’lands weegen worden gerestitueert soo ras de tijds omstandigheeden sulkx sullen koomen te permitteeren met den interest ad vier per cent”. Volgens een ander archiefstuk betrof het door de pastoor ingeleverde zilver “8 silveren candelaers”. De pastoor in kwestie was Pascal Louis Del-Ruelle (1735-1807), die in 1783 pastoor van de Sint Martinuskerk werd.
_____
Overigens moest Maastricht op 4 november 1794, na een beleg van twee maanden, capituleren en werd de vestingstad overspoeld door Franse soldaten. Ondanks de afspraken in het capitulatieverdrag (handhaving van de bestaande situatie) was binnen twee jaar al het oude opzij gezet door de Franse regering, zowel op bestuurlijk als kerkelijk gebied. Maastricht had zijn zelfstandigheid verloren en ging een tijdperk van totale verwarring in...
top of page
Productcode: 368
bottom of page